Om snel te kunnen herhalen moet de opstoter snel terug kunnen komen onder het nootje zonder dat de toets losgelaten wordt. Dit gebeurt door middel van de repetitiebrug (123). Die zorgt er door middel van de opstootveer (160) voor, dat het nootje voldoende ondersteuning krijgt. Dit gebeurt samen met de opvanger. Op die manier kan de opstoter terug springen naar zijn beginpositie, zodat een nieuwe druk op de toets de hamer opnieuw kan omhoog brengen. Hoe ver de repetitiebrug naar rechts kan kantelen wordt op twee manieren gecontroleerd. Ten eerste door een schroef aan de linkerkant van de repetitiebrug. Daar is namelijk een stootkussentje vastgemaakt aan de repetitiebrug dat ervoor zorgt dat de hamer niet te hoog komt. Aan de rechterkant van de repetitiebrug bevindt zich een tweede schroef, dit keer niet vastgemaakt aan de repetitiebrug maar aan (134). Dit is de dropscrew (196). Die zorgt ervoor dat, op het moment dat de opstoter op het punt staat onder het nootje van de hamer uit te schieten, de repetitiebrug niet tegen het nootje aandrukt en zo de snelheid van de hamer zou verlagen.