Na 1948 kwam de Amerikaanse economie andermaal in een recessie terecht. De Steinway bestuurders dachten opnieuw dat de vertraging van de economie tijdelijk zou zijn. Ze zaten er nog maar eens naast. Het ging zo slecht met Steinway dat men tijdens de oorlog in Korea (1950-1953) bodems voor helicopters fabriceerde om de eigen mensen toch maar aan het werk te houden. Vanaf 1953 kwam de economie terug van de grond, en het verging de pianobouwers weer wat beter. De steiging was echter alleen maar merkbaar bij de verkoop van buffetpiano's. Steinway moest stoppen met al zijn randactiviteiten5.2. Het enige lichtpuntje was de afdeling in Hamburg. Daar schraapte men elk jaar een kleine winst bij mekaar uit de verkoop en de verhuur van instrumenten en partituren.
De afdeling in New York zat evenwel zwaar in de problemen en moest een fabriek verkopen in 1951 om zijn schulden (725.000 $) af te betalen en drie jaar later moest men nog eens 600.000 $ lenen om onkosten te vergoeden. Ondanks het feit dat het verschrikkelijk slecht ging met Steinway, moest de firma toch haar eeuwfeest vieren. De Steinway dealers legden 2% toe in de prijs van de Steinwaypiano's gedurende de hele promotiecampagne die opgezet werd. Ook Steinway zelf gooide er nog eens een smak geld tegenaan om nationaal reclame te maken. Er werd een groots concert in Steinway hall gegeven, waarvan een repetitie werd uitgezonden op televisie. Theodore maakte nog een fotoboek over de geschiedenis van Steinway. Het mocht allemaal niet baten. 1953 was een even groot, zo mogelijk nog erger, rampjaar als het jaar ervoor. Een maand na de viering gaf de bestuursraad toe dat ze beter geld hadden geïnvesteerd in het bouwen van een goedkope buffetpiano. Theodore moest er echter niet van weten. Hij kon er zichzelf niet toe brengen dat te doen.
In 1955 stopte Theodore er plots mee. Zonder voorafgaande waarschuwing deelde hij in oktober op een bestuursvergadering mee dat hij ermee kapte. Hij stierf binnen de twee jaar. Henry werd, na een unanieme stemming, de nieuwe directeur van Steinway. Henry verkondigde vaak dat, indien hij in Theodore's plaats was geweest, hij de hele rotzooi allang had verkocht in plaats van ermee door te gaan.