next up previous contents
Volgende: Charles Steinway Omhoog: William en Theodor Steinway Vorige: De familievete   Inhoudsopgave

Paderewsky: superster en superverkoper

Omdat Henry elke stuiver omkeerde die Steinway uitgaf, werden de programma's en het beleid van Steinway zeer discreet. Men wilde in eerste instantie zelfs Ignace Paderewsky niet naar de V.S. halen. Daniel Mayer, concert manager van Erard, had in 1890 William uitgenodigd toen hij in Engeland was om naar het debuut van Paderewsky te komen luisteren in London. Mayer wilde dat Steinway een tournee financierde voor Paderewsky. In 1891 stuurde William Mayer een bericht, dat hij de tournee niet kon financieren omdat hij er al één had met Joseffy. Na lang aandringen gaf William toe. Toen ervoor gestemd werd in de bestuursraad was de enige die tegenstemde Fred Steinway die vond dat Paderewsky een geldverspilling zou zijn. Paderewsky zou gemanaged worden door Charles Tretbar van Steinways Concert & Artists bureau. Hij organiseerde een tournee met tachtig concerten, vijf per week.

Toen Paderewsky in New York aankwam en een beetje beter keek naar het papier waarop stond welk programma hij moest spelen zag hij dat hij in de eerste week 6 concerto's moest spelen, en de week erna 5 recitals met telkens een ander programma. Hij wilde protesteren bij William maar Tretbar hield vol dat hij ziek was. Pas na het derde concert begon het publiek echt wild te worden. Het was het begin van een wilde tournee waarbij duizenden mensen hem na elk concert een hand wilden geven. Het probleem was wel dat Tretbar, bang om de zalen niet vol te krijgen, veel te weinig had gevraagd voor Paderewsky, dus ging het grootste deel van het geld naar de zalen waar hij speelde en dus niet naar hemzelf of Steinway. Hij had voor hem 200 à 500 $ per avond gekregen en ze haalden er elke keer 3000 $ uit.

Iedereen werd wild bij het horen van Paderewsky: of het nu was door zijn charisma of omwille van zijn muziek, blijft de vraag. Vermoedelijk ging het om een combinatie van beide. Hij hield er in elk geval een onmenselijk studieschema op na: 17 uren studeren, 1 uur om te eten en 6 om te slapen.

Hij had echter een probleem met de Steinwaypiano's van die tijd, namelijk dat ze veel te zwaar van toucher waren. Hij klaagde hier constant over, maar vond aanvankelijk geen gehoor bij de Steinwaytechnici. Uiteindelijk werd de actie dan toch verbeterd, ongeveer een maand voor het einde van de tournee (hij zou 6 maand duren). Eén nacht echter kwam hij recht van de trein op het podium en voelde toen hij begon een gruwelijke pijn door zijn arm schieten. Hij werd gefolterd door de pijn maar speelde toch zijn concert. Hij ging naar een dokter en die vertelde hem, dat hij een aantal pezen in zijn arm had verrokken en schreef hem rust voor. Hij kon niet rusten. Het einde van de tour was in zicht en hij deed willens nillens door. Het resultaat was dat hij zijn vierde vinger zou verzieken voor de rest van zijn leven. Zijn piano was namelijk naar de fabriek gebracht voor onderhoud en één van de technici had de actie terug in zijn oorspronkelijke staat gebracht. William gaf hem nog een bonus aan het eind van de tournee. Paderewsky ging er zonder veel plichtplegingen van door, zonder de piano te loven. Bij zijn terugkeer in Europa speelde hij op een Erard en niet op een Steinway.

William wilde hem voor een tweede tournee en Paderewsky stemde in. Zijn piano was deze keer wel in uitstekende staat en hij moest alleen maar het instrument loven en bespelen. Zijn vinger zou hem echter gedurende de hele tournee hinderen. Op een gegeven moment moest hij hem laten opereren en begon te snel erna weer te spelen. Het resultaat, was dat het toetsenbord onder het bloed zat na verschillende van zijn concerten. Deze tournee was een enorm succes, én voor Paderewsky én voor Steinway.

Dat was allemaal wel prachtig, maar in juni 1893 stortte de economie andermaal in en Steinway werd weer meegesleurd: de winst zakte met 30%. William was ervan overtuigd dat de crisis maar van korte duur zou zijn en reageerde er ook maar naar. Hij bleef evenveel piano's produceren en gaf dealers voldoende krediet. Geholpen door de vestiging in Duitsland, konden ze het dat jaar nog redden. Midden in de grote depressie (niet alleen in de V.S. maar ook in Europa, waar de wrijving tussen Duitsland en Frankrijk groter en groter werd) kreeg Steinway nog een dreun: William stierf in november 1896. Hij werd begraven met groot eerbetoon. Na zijn dood zag men dat hij in heel veel dingen had geïnvesteerd maar zonder veel kennis van zaken. Zijn investeringen waren een grote handicap voor een bedrijf dat in financiële nood verkeerde. Omdat zijn investeringen verlieslatend werden en William de meeste aandelen had bezeten werd besloten om Steinway te verkopen. Charles werd erop uitgestuurd om Steinway te gaan verkopen in Londen. Hij kreeg er evenwel niet veel geld voor samen. Het enige wat men kon doen was een zelfverzekerde houding aannemen en wachten.


next up previous contents
Volgende: Charles Steinway Omhoog: William en Theodor Steinway Vorige: De familievete   Inhoudsopgave
Reinaert Albrecht 2002-05-19