Terwijl William de naam Steinway promootte, bouwde Theodor de moderne buffetpiano en hij probeerde zijn broers ervan te overtuigen om die in de productielijn op te nemen, zelfs terwijl hij nog in Europa was. In Europa had de verkoop van buffetpiano's die van tafelpiano's al voorbijgestoken. Theodor was van mening dat er een markt was voor buffetpiano's omdat de meeste kamers in stadswoningen te klein waren om een vleugelpiano te plaatsen. De Steinways in de V.S. bleven bij het standpunt dat de meeste huizen in New York een stuk groter waren dan die in Europa en dat er dus ook geen markt zou zijn voor de kleinere buffetpiano's. Daarnaast brachten vleugels ook meer op dan buffetpiano's. In 1862 kreeg Theodor het dan toch zo ver dat er een lijn voor buffetpiano's geopend werd. Hoewel de buffetpiano altijd nogal stiefmoederlijk zou behandeld worden bij Steinway bleef hij toch een vast onderdeel van de cataloog.
Theodors werk aan de piano's was meer dan sleutelen aan het binnenwerk. Hij leefde in een tijd dat wetenschappers de fysica van het geluid aan het blootleggen waren. Hij wilde zo veel mogelijk hun bevindingen toepassen en was dan ook een gretig lezer van Isaac Newton, Charles Wheatstone, Marloye en Hermann von Helmholtz. Op basis van wat hij bij von Helmholtz las, paste hij de lengte van de snaren achter de brug aan aan die van het stuk snaar dat aangeslagen wordt, omdat dat stuk een extra klank geeft. Dit was de zogeheten duplex scale. Hij werd erkend voor wat hij veranderde, want toen von Helmholtz, op dat moment hoofd van het departement akoestiek in Berlijn, in 1871 een demonstratiepiano moest kiezen voor een lezing, koos hij een Steinway. Theodor paste ook nog het metalen kader aan, meer bepaald de legering van het metaal. Terwijl het kader van de meeste bouwers slechts 6250 kilo druk verdroeg kon dat van Theodor 16.000 aan.
Na de beurspaniek in 1873 was de economie van de V.S. blijven haperen. Tegen 1874 was de verkoop van Steinway al gevoelig gedaald, en moest de fabriek op halve kracht draaien. William moest in 1876 Steinway Hall en de fabriek hypothekeren om 175.000 $ bijeen te krijgen. De viering van de honderdjarige onafhankelijkheid van de V.S. en de daaraan verbonden tentoonstelling moest dienen om de vooruitgang van Theodor aan de rest van de wereld te tonen. Nu Chickering van het toneel verdwenen was, was Weber de belangrijkste concurrent voor Steinway. Voor de meeste mensen die naar de tentoonstelling kwamen, was het een aangenaam tijdverdrijf, maar voor zij die tentoonstelden was het hard werken. De aandacht van heel de V.S. was gevestigd op de tentoonstelling. Winnen was onbetaalbare reclame. De Steinways kochten twee van de juryleden om, maar een maand later kwam het hele verhaal in de pers. William slaagde erin het tij te keren door een heftig artikel tegen de beschuldiging te schrijven, dat door de meeste grote kranten voor waar werd aangenomen.
Steinway kreeg uiteindelijk twee prijzen en werd door de jury als de beste bevonden. In de Harper's Weekly verscheen echter dat Weber als beste verkozen was. Blijkbaar had Weber ook een aantal mensen omgekocht. Omdat de prijzen gewoon aangaven of iets goed was, en waar het dan wel goed voor was, was vooral wat in de pers verscheen belangrijk. Weber claimde dan ook als de beste uit de tentoonstelling gekomen te zijn. Weber erkende wel dat Steinway de grootste toon had, maar dat was niet meer van belang, want men wilde, volgens Weber, een instrument dat gevoelig was en waarmee men heel expressief kon zijn. William was woedend. Hij zocht zoveel mogelijk juryleden samen en toen hij er na een jaar 10 had liet hij hen een certificaat tekenen dat verklaarde, dat Steinway duidelijk als beste werd gezien door de jury. Dit stopte Weber niet. Weber daagde de juryleden uit hun verklaring onder ede te komen doen. Drie jaar later zou er zich nog een incident voordoen, toen Steinway een operagezelschap gratis voorzag van piano's in hun hotel. Na het eten bleken alle Steinways vervangen door Webers. De ploeg van Steinway werd erop af gestuurd om de Steinways terug te plaatsen. De twee ploegen raakten slaags met elkaar en Weber won. In 1879 stierf Albert Weber echter en daardoor raakte Weber in het slop.