next up previous contents
Volgende: Patenten Omhoog: Technisch aspect van de Vorige: Patenten   Inhoudsopgave

Het kader

Eén van de belangrijkste innovaties in de negentiende eeuw die de moderne piano van de pianoforte zou gaan onderscheiden is het gietijzeren kader. Omdat men altijd maar meer klank uit het instrument wou gaan halen moest men de snaren onder hogere spanning zetten. De houten kaders die men vroeger gebruikte waren echter niet tegen die extra spanning opgewassen en bogen door. Men dient er rekening mee te houden dat de totale spanning van alle snaren samen rond de 17 000 kg bedraagt in een moderne vleugel. In de praktijk gaat men soms boven de 20 000 kg. Een Stein pianoforte van rond 1800 had in vergelijking een snaarspanning van 1500 kg. Eén van de eerste pogingen tot versteviging van het houten kader was het plaatsen van metalen verstevigingen zodat het kader meer spanning kon weerstaan. Het zou de Amerikaan Alpheus Babcock zijn die in 1825 voor het eerst een gietijzeren kader gebruikte en patenteerde. Het vond echter niet direct ingang totdat Steinway het idee overnam en verder perfectioneerde vanaf 1860. Er was nog een probleem met de houten kaders: ze waren zeer onderhevig aan klimaatswisselingen. Het spreekt voor zich dat het gietijzeren kader daar geen last meer van heeft.

Het kader van een piano wordt in één stuk gegoten. Hiervoor plaatst men een mal van het kader dat men wil produceren in een zandbak. De zandbak bestaat uit een bovenste en onderste helft. De onderste wordt gevuld met zand en daar wordt de mal opgeplaatst zodat de mal de vorm van de onderkant uitdrukt in het zand. Vervolgens wordt de bovenste helft van de zandbak boven op de onderste geplaatst. De bovenste helft wordt vervolgens ook gevuld met zand en aangedrukt zodat de mal volledig omgeven is door zand. Het zand is een mengsel van zeer fijn zand, verpulverde klei en steenkool. Zo houdt het zijn vorm nadat het aangestampt is. Hierna wordt de mal tussen de twee gevulde helften weggehaald en wordt het vloeibaar ijzer via een opening tussen de ruimte in het zand gegoten. Het resultaat is een enigszins ruwe kopie van de mal. Het kader wordt vervolgens nog bijgewerkt en geverfd voor het in de piano geplaatst wordt.

Er moeten verschillende gaten in het kader gemaakt worden:

Het kader wordt niet rechtstreeks op het klankbord geplaatst. Het klankbord moet zo vrij mogelijk kunnen klinken. Dit houdt in dat het kader minimaal in contact mag komen met het klankbord. Daarvoor zijn een aantal voorzieningen:



Subsecties
next up previous contents
Volgende: Patenten Omhoog: Technisch aspect van de Vorige: Patenten   Inhoudsopgave
Reinaert Albrecht 2002-05-19