De snaren zelf zijn enigszins waaiervormig aangebracht in de piano. Dit betekent dat de afstand van snaar tot snaar kleiner is aan de voorkant dan aan de achterkant bij de brug. Dit zorgt ervoor dat de snaren met een minimum aan interferentie van de andere snaren hun klank aan de brug kunnen overbrengen. Een gevolg hiervan is dat de brug een beetje langer is en dat de klankverspreiding over het klankbord optimaal is.
De gewone snaren, en daarmee bedoelen we de onomwonden snaren die van ongeveer 1/3 tot het rechtereind van de piano gebruikt worden, zijn gemaakt van ijzer. Omdat per lagere octaaf de snaar in principe zou moeten verdubbelen in lengte moet men een ander type snaren gebruiken in de lagere regionen. Men kan de toon van een snaar nog op twee andere manieren beïnvloeden naast het aanpassen van de lengte en van de spanning op de snaar: